Een grote Efteling - Reisverslag uit Ban Houayxai-Noy, Laos van Lieke en Majd - WaarBenJij.nu Een grote Efteling - Reisverslag uit Ban Houayxai-Noy, Laos van Lieke en Majd - WaarBenJij.nu

Een grote Efteling

Door: Lieke

Blijf op de hoogte en volg Lieke en Majd

24 Maart 2013 | Laos, Ban Houayxai-Noy

Het is al weer een hele tijd geleden dat ik de tijd en rust heb gevonden om een verslag te schrijven. Aangezien ik op het moment in een boomhut zit in het oerwoud en net een ochtend van wandelen en door de bossen vliegen achter de rug heb, leek het me perfect om de rust van mijn geweldige uitzicht en het kabbelende beekje onder me helemaal op me in te laten werken en alles van de afgelopen weken eens op een rijtje te zetten.
Toen ik mijn vorige verslag schreef zat ik in de bus van Hoi An naar Hué. Dat is nu 3 weken geleden, maar het lijkt wel een eeuwigheid. De tijd gaat hier zo snel en langzaam tegelijk. Ik ben onderhand ook al weer bijna twee en een halve maand aan het reizen, twee en een halve maand geleden dat ik op Schiphol stond met dikke ogen om afscheid te nemen, en twee en een halve maand vol mooie ervaringen achter de rug. En over twee en een halve maand kom ik ook al weer thuis, maar zo ver is het nu nog lang niet. Eerst terug naar Hué in Vietnam.
Hué
Jammer genoeg was het geen mooi weer toen we in Hué waren, de stad was grijs en grauw en één dag heeft het zelfs de hele dag continu geregend, wat ervoor zorgde dat we die dag niet meer hebben gezien dan een restaurantje om de hoek en de muren van onze slaapkamer. Op de terugweg van het restaurant had het zelfs zoveel geregend dat we tot onze enkels in het water stonden. Het leek Nederland wel. Mijn herinneringen aan Hué zijn eigenlijk sowieso heel grijs, het uitgaan was er geweldig, van de Vietnamese disco tot de backpackerskroegen, maar overdag was er heel weinig te doen. Na daar een paar dagen rondgedwaald te hebben, zijn Tess en ik doorgereisd naar een national parc. Het was de eerste treinreis in Azië en die was veel comfortabeler dan ik had verwacht. De mensen om ons heen, van kleine kinderen tot bejaarden vonden ons echter een hele attractie, twee blanken in een ietwat stinkende coupé van een Vietnamese trein.
Phong na ke ban - national parc
Om de boot te pakken naar de grotten van het national parc moet je naar Son Trach, een klein sfeerloos dorpje, gelegen tussen prachtige bergen in het midden van Vietnam. Op weg hiernaartoe heb ik een belangrijke les geleerd, Vietnam mag zich dan voordoen als een vrij westers modern land, maar een groot deel van het land is lang zo ver nog niet. Vaak is dat juist leuk, maar deze keer heeft het ertoe geleid dat we een taxi van de trein in Dong Hoi naar Son Trach en terug en wéér naar Son Trach hebben moeten nemen. Aangekomen in Son Trach (de eerste keer) bleek namelijk dat er geen pinautomaten in het dorp waren en met 10 euro kom je zelfs in Vietnam niet toe. Maar het op en neer rijden was het waard. Na een nacht in een hostel, stapten we om 7 uur in de ochtend al weer in een bootje op weg naar de grotten. De eerste grot was boven op een berg en na 500 traptreden omhoog te zijn gelopen, kwamen we uit bij een mooie grote grot waar je in kon lopen. Vergeleken met de tweede grot was hier echter niets aan. De tweede grot roeiden we namelijk in met een klein bootje, via een opening van amper 2 meter hoog. Achter deze kleine opening lag een wonderlijke wereld verscholen. Het was een fata morgana-achtige ervaring, maar dan zonder de krokodillen, slaven en tijger en mét enorme stalactieten en stalagmieten. Vooral de delen waar niet veel bootjes waren en waar je niet meer hoorde dan de roeispanen in het water, waren betoverend. 
Zo mooi als de grotten waren, zo lelijk was het dorpje zelf. Er waren veel hostels en eettentjes om grote groepen toeristen die er niet waren, te ontvangen. Doordat het er zo rustig was, straalde het dorp een soort spookachtige doodse sfeer uit. Dit is ook de reden dat we diezelfde dag nog zijn vertrokken, met de nachttrein naar Hanoi, de hoofdstad.
Hanoi
Zoveel goeds als men te zeggen heeft over Ho Chi Minh City, zoveel slechts gaat er rond over Hanoi. HCMC is levendig, mensen zijn er aardig, het weer is er lekker en het nachtleven is er geweldig. Hanoi zou echter een sfeerloze, kille, communistische stad zijn, waar je in de nacht beter in je bed kan liggen, dan op straat ronddolen op zoek naar een nachtleven wat je niet zal vinden. Maar uiteindelijk blijkt dat je een stad toch echt zelf moet bezoeken om te weten hoe het is. Ik weet niet of het komt door de zon die zich graag liet zien, het contrast met de plek waar we vandaan kwamen of de lage verwachtingen die de verhalen hadden geschept, maar ik vond Hanoi geweldig. De sfeer is er heel relaxed, mensen dringen zich minder aan je op dan in de rest van het land en op elke hoek van de straat vind je wel een goedkoop straattentje met heerlijk eten. Het nachtleven is alleen wel veel oninteressanter dan in HCMC, het enige gerucht waar ik het uiteindelijk dus mee eens ben. We hebben de dagen in Hanoi weer volgemaakt met bezoekjes aan musea, zoals het vrouwenmuseum, wat ik heel interessant vond en met genieten van het zonnetje in het park. Maar naast de normale toeristische attracties, heb ik ook een ochtend doorgebracht op het politiebureau om aangifte te doen van diefstal van mijn portemonnee (incl. creditcard, pinpas en zorgverzekeringspas) en mijn camera. Na een avondje drinken namen Tess en ik een motorbiketaxi terug naar ons hostel, iets wat we normaal gesproken nooit doen. De chauffeur heeft ergens gedurende de rit de kans gegrepen om mijn tasje leeg te roven. Mijn camera en portemonnee heeft hij meegenomen, maar hij heeft mijn sigaretten laten zitten, de meelevende man. Nu kon ik toen ik erachter kwam dat ik was bestolen en in de stress raakte, in ieder geval een sigaretje roken om te kalmeren. Ondertussen is de aangifte gedaan en zijn mijn pasjes al weer op weg naar  Azië (bedankt mama!!). Gelukkig ben ik nog samen met Tess en kan ik via haar pinnen (bedankt Tess!), dus uiteindelijk is het allemaal opgelost en het was een hele ervaring om aangifte te doen bij een politiekantoor waar niemand Engels sprak. De agent en ik zijn naar een straatverkoopster gegaan om haar alles te laten vertalen, een bizarre situatie.
Na zoveel gezeik was ik wel weer toe aan iets leuks, zoals een wereldwonder. Maar voor we vertrokken naar Halong Bay, wilden we nog even langs het mausoleum van Ho Chi Minh. Na een urenlange rij, waarbij ik me in de rij voor de bobslee waande (zelfs het afdakje leek op het afdakje bij de bob) kwamen we aan bij het mausoleum. In de veronderstelling een prachtig bouwwerk te zien waar "uncle Ho" in zou liggen, liepen we nietsvermoedend naar binnen. Het was dan ook een grote shock om het lichaam van Ho Chi Minh himself daar te zien liggen, helemaal ingebalsemd. Op de rimpels op zijn achterhoofd na, die lieten blijken dat hij daar al een tijdje zo lag, zag hij er nog prima uit. Echt zooooooooooo vet om de man, over wie je zoveel hebt geleerd bij geschiedenis dat je er bijna over ging dromen, opeens op 2 meter afstand te zien liggen, helemaal omdat we het niet verwacht hadden. 
Halong Bay
De legende gaat dat een draak boven op een berg aan de kust woonde en hij ooit naar beneden is gedonderd, waardoor allerlei brokstukken in het water zijn beland. Zo schijnt Halong Bay te zijn ontstaan (bedankt voor de informatie, Lonelyplanet). Als je dan toch zo dicht in de buurt van een wereldwonder bent, moet je toch echt even gaan kijken. Na een lange busrit kwamen we aan in Halong City, waar ik met een heel schattig Vietnamees meisje van het hostel waar we sliepen, een rustig avondwandelingetje heb gemaakt. De volgende morgen stonden we alweer vroeg naast ons bed om met een bootje naar de baai te gaan. Ondanks dat het wat mistig was, was het prachtig. De rotsblokken waren gigantisch en overal om je heen zag je ze uit het water omhoog steken, honderden meters de lucht in (geen idee hoe hoog ze daadwerkelijk zijn, maar in ieder geval héél hoog). Toen ik dan op dat kleine bootje daardoorheen voer, voelde ik me maar een klein, onbelangrijk,  nietig schepseltje. Een hele nieuwe ervaring en erg mooi om gezien te hebben dus!
Dien bien phu
Na het tripje naar Halong Bay hebben we direct de bus gepakt naar Dien Bien Phu. Voor de leken: de slag bij dien bien phu was bij de vietnamoorlog een grote overwinning voor de Vietnamezen, die daar de Fransen versloegen. Het stadje zelf was vrij oninteressant en zo ook het museum en een heuvel waar de Fransen zich op gevestigd hadden. Misschien kwam het wel omdat we zo moe waren, maar echt veel zin om alles goed te bekijken hadden we niet, maar ach. We zijn er wel geweest en het was de laatste stad die we bezochten in Vietnam, dus zo heeft het uiteindelijk toch nog een speciaal  plekje in mijn herinneringen weten te bemachtigen. 
Na twee maanden in Vietnam te hebben vertoefd, was daar dan eindelijk het moment om het volgende land te gaan ontdekken. Een land met een andere natuur, een andere taal, ander eten en andere gewoontes. Na twee maanden raak je toch een beetje gehecht aan een land. We konden ons verstaanbaar maken, we wisten waar je het beste eten kon halen en wat de beste vervoersbedrijven waren. Ondanks dat ik heel veel zin had om naar Laos te gaan, was het dus ook heel raar om Vietnam te verlaten, al is het alleen maar omdat ik nu niet meer van begin tot eind in het Vietnamees een pakje sigaretten kan kopen.

Laos
Met een bus zijn we vanuit Dien Bien Phu naar Luang Prabang gegaan, een grote stad in Laos. Op de grens is er een definitief kruis door mijn Vietnamese visum gezet en heb ik er een prachtig plaatje en een paar stempels bijgekregen. Vrij probleemloos zijn we de grens over gegaan om vervolgens via heel wat omwegen uit te komen in Luang Prabang.
Luang Prabang
De eerste kennismaking met Laos was heel interessant, sandwiches hebben de plaats van noodlesoep en rijst als ontbijt ingenomen, de mensen vinden het minder erg om bruin te worden, de wegen zijn een regelrechte hel (zigzaggend door de bergen achterin een minivan) en de natuur is prachtig. Naast een verandering van land, vond er ook een verandering in ons reisgezelschap plaats. Een vriendinnetje van Tess uit Eindhoven, Vera, voegde zich bij ons. Het is een superleuke meid en het was dus erg gezel om een week met zijn drieën te reizen. Van Luang Prabang hebben we eigenlijk vrij weinig gezien. Na het wekenlang onderweg te zijn geweest, was het heel fijn om lekker te ontspannen, te genieten van de zon en het zwembad, kaartspelletjes te spelen in de tuin en te bowlen. Er is maar een echt leuke bar in de stad en die sloot al om half 12, waarna de enige mogelijkheid om nog heen te gaan de bowlingbaan was. Na een paar biertjes ging dat niet zo goed meer, maar dat maakte het niet minder leuk. En dan na het bowlen, in plaats van uitgaan, met de tuktuk, in plaats van de fiets naar huis, met een tussenstop voor een midnightsnack en dan een vettig worstje of een noodlesoep, in plaats van eieren of friet. En na een nachtje "uitgaan" lekker een dagje niets doen, zwaar leven hoor. 
We hebben het leven van 2 vogeltjes ook wat minder zwaar gemaakt. Er waren namelijk vrouwen die minikooitjes met kleine vogeltjes verkochten. Voor 2 euro mocht je de vogeltjes dan vrijlaten, waarna ze die waarschijnlijk gewoon weer zouden vangen, maar het gaat om het idee. Aangezien Vera graag twee vogeltjes wilde, heeft ze die gekocht en op de een of andere vreemde manier kwam ze op het idee om ze vrij te laten in onze kamer. Die arme schepseltjes waren zo blij dat ze vrijgelaten werden, dat ze pardoes tegen de spiegel aanvlogen. Na heel wat gedoe hebben we ze gelukkig alsnog het raam uit gekregen. Na een paar dagen plezier in Luang Prabang vertrokken we via een misselijkmakende weg Vang Vieng.
Vang Vieng
Laat in de avond kwamen we aan in de stad die bekend staat om het tuben, Vang Vieng. Tuben betekent dat je in een band de rivier afgaat, langs barretjes waar je flink wat bier kan drinken. Twee dagen na elkaar zijn er gaan tuben, wat echt superleuk was, de ideale combinatie tussen genieten van de natuur, relaxen in de zon, zwemmen en feesten. Om je een idee te geven, het voelde als de piranha (op een redelijk rustige dag) en de omgeving was magisch als in de droomvlucht. Naast de dagen in de tubes konden we 's avonds weer een lekker biertje drinken. Terwijl ik dit zo aan het typen ben, valt het me wel echt op dat de week met zijn drieën vooral bestond uit relaxen en biertjes drinken, maar hé, dat is ook een belangrijke kant van het reizen. Na zo veel rust werd het echter wel tijd voor wat actie, dus Tess en ik hebben afscheid genomen van Vera en zijn vertrokken naar The Gibbon Experience. 
The Gibbon Experience
Na met zijn tweeën op één bedje in een slaapbus gepropt te zijn en een speedboat tocht van 7 uur, die zacht uitgedrukt oncomfortabel was, overleefd te hebben,  kwamen we aan in Huay Xai, vanuit waar we na een nachtje uitrusten vertrokken op de Gibbon Experience. Dit is een driedaagse tocht door het oerwoud van Laos, waarbij je slaapt in een boomhut van 45 meter hoogte, de 150 meter waarvoor gewaarschuwd was, was dus ietwat overdreven, overdag fikse wandeltochten maakt en als hoogtepunt, door het oerwoud vliegt aan ziplines. Dit is misschien wel de vetste ervaring van mijn reis tot nu toe. Eerst hike je heel wat af door prachtige natuur en sprookjesachtige bossen, waarna je een grote kick krijgt door aan 500 meter lange ziplines over dalen te vliegen, met de mooiste uitzichten en soms op een hoogte van 150 meter. Wanneer je dan bij je boomhut aankomt, kan je een ijskoude douche nemen met uitzicht op het oerwoud en krijg je lekkere Laotiaanse maaltijden. Heb je dan zin in nog een extra zip, dan haak je jezelf weer vast en kan je op eigen houtje nog optimaal gebruik maken van alle kabels. Na een zware dag lig je dan uitgeput in je bed in de boomhut, waarvandaan je de beek hoort kabbelen, de vogels hoort fluiten en de gibbons in de ochtend hoort zingen, hoewel dat voornamelijk een mooi verkooppraatje is. Een aap hebben we sowieso nog niet gezien, maar morgen is de laatste dag, dus misschien komen we er wel een tegen als we in de ochtend al ziplinend naar het ontbijt bij een waterval vliegen. Kortom, het is echt geweldig! 
En dat brengt mij dus bij het einde van mijn verslag. Morgen als we terugkomen uit het oerwoud, zullen Tess en ik na lange tijd uit elkaar gaan, wat waarschijnlijk heel raar zal worden, je leert elkaar echt héél erg goed kennen in zo een korte tijd en maakt dingen samen mee die je nooit zal vergeten. Aan de andere kant ben ik ook heel erg benieuwd hoe het zal zijn om in mijn eentje weer verder te gaan, want ik ben dan wel alleen gaan reizen, maar nog niet echt alleen geweest. Weer een nieuwe stap in de mooie reis door deze magische wereld. Het is hier eigenlijk net een grote Efteling, maar dan zonder carnavalfestival.

  • 24 Maart 2013 - 10:06

    Mama Esthr:

    Internetten vanuit een boomhut.....en ik maar denken dat je daar. Echt van de buitenwereld afgesloten zou zijn. Prachtig verslag Lieke, je neemt ons echt mee op avontuur. Geniet vanaf morgen ook van het alleen reizen en pas goed op je spullen! Knuffel en kus mom!

  • 24 Maart 2013 - 11:54

    Lieke En Majd :

    Nee hoor mama, pas op internet gezet toen ik terug in het stadje was, het was écht in the middle of nowhere!

  • 24 Maart 2013 - 14:59

    Wende:

    Hee zipliner!
    Wat fijn he, zoveel bijzonders mee te maken.
    Leuk om te lezen en een beetje mee te beleven!
    Ben benieuw hoe je het alleen reizen vind, maar uiteindelijk ben je nooit echt alleen!
    liefs wende

  • 26 Maart 2013 - 16:09

    Pamela:

    1 woord: NAAAIIISSSS

  • 26 Maart 2013 - 16:09

    Pamela:

    1 woord: NAAAIIISSSS

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lieke en Majd

Actief sinds 03 Jan. 2013
Verslag gelezen: 2415
Totaal aantal bezoekers 110783

Voorgaande reizen:

01 Februari 2017 - 26 Juni 2017

Peru en Bolivia

11 Januari 2013 - 15 Juni 2013

Mijn reis naar Zuid-oost Azië

Landen bezocht: